“Alles ligt op tafel. Ook de reglementen. Maar dat betekent helemaal niet dat we gaan veranderen om het veranderen. Het is niet alleen maar een ‘resetknop’ indrukken, maar ik wil samen met Björn Bus, de overall artistiek manager van het WMC, wel vanaf scratch een nieuwe visie ontwikkelen. Dat kan leiden tot een revolutie, maar ook net zo goed tot het behouden van alles wat goed is. Hoe dat er dan uit komt te zien? Eerlijk waar, ik heb nog geen idee. We zijn nog maar net begonnen.”

Tekst: Matthijs van Houten
Leestijd: plm. 10 minuten

Was getekend: Henk Smit als nieuwe artistiek manager van de Mars-, Show- en Slagwerkwedstrijden van het WMC. Sinds enkele maanden pendelt hij vrijwel wekelijks tussen ‘Grunn’ en ‘Kirchroa’ om z’n nieuwe team te leren kennen en een start te maken met een nieuwe visie op het WMC. “Ik sta voor acht uurtjes op de loonlijst, maar geloof me: hier gaat veel meer tijd in zitten. Ik kon deze uitdaging echter niet aan me voorbij laten gaan”, zegt Henk Smit in z’n eerste interview met Korpsmuziek vanuit deze nieuwe functie.

Cor Vosseberg en ondergetekende hadden in het nieuwe Van der Valk Hotel in Hoogkerk, vlak onder de rook van Groningen, afgesproken. Henk komt net uit Utrecht, waar hij ook nog voor het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie Amateurkunst (LKCA) werkt, en heeft later die avond nog een repetitie bij een van de verenigingen waar hij dirigeert. Hij praat honderduit en bestelt keer op keer een bak koffie. Wij schrijven driftig mee. Over de eventuele vernieuwingen bij het WMC, het Nederlandse feestje in het stadion, de verbeterpunten van de editie in 2017 en de doelen van Henk Smit later meer. Eerst praten we over hoe hij in deze functie is gerold.

Frisse wind
Henk Smit is al zo’n 25 jaar nauw betrokken bij het WMC. Eerst als jurylid en tijdens de laatste edities als juryvoorzitter van de Slagwerk-, Mars-, Marsparade- en Showwedstrijden. In 2017 moest hij vanwege de ziekte van George Oliviero zelf ook nog jureren, maar bij de organisatie was op dat moment wel duidelijk dat dit het laatste WMC van Henk zou worden als onderdeel van het juryteam.

“Na het WMC kreeg ik een telefoontje”, legt Henk uit. “Of ik nog iemand wist voor de functie van artistiek manager. Ze wilden toch een beetje vernieuwen. De organisatie groeit door en er is teveel werk voor maar één artistiek manager. Er moest ook een frisse wind komen. Uiteindelijk vroegen ze me of ik het zelf niet wilde doen. Dat was natuurlijk een enorme uitdaging, want dit is een andere rol. Als jurylid hield ik me niet bezig met ontwikkeling en visie. Ik zag het echt als een fantastische kans om te switchen. Hoewel ik wel heb getwijfeld of dit werk te combineren is met mijn functie bij het LKCA. Ik heb een hekel aan dubbele petten en een conflict of interest. Er is misschien op sommige momenten overlap in activiteiten, maar we kunnen dat voldoende uit elkaar halen. Ik ben verder ook wel een stugge Grunneger. Maar de organisatie van het WMC is een gespreid bedje en dus heb ik m’n zekerheid op het spel gezet. Ik ben nu 57 en voor de komende tien jaar – tot m’n pensioen – is dit een mooie klus.”

‘Het schuurt nu soms nog een beetje’
En dus werkt Henk Smit nu acht uren per week – “de laatste weken waren het er minstens 20 uur per week” – voor het WMC en is hij nog 28 uur per week werkzaam voor het LKCA. “Maar er is veel beleid te schrijven en andere dingen te doen en dus haal ik die 8 uurtjes met groot gemak. In december ga ik voor het WMC een week naar Chicago. De balans zal op sommige momenten dus verschuiven, zeker ook richting het festival zelf. En dan te bedenken dat ik eigenlijk had afgesproken een hoop werkzaamheden vanuit huis te doen. Ik ben nu veel in Kerkrade. Het nieuwe team moet groeien. We moeten elkaar leren kennen en als team gaan functioneren. Het schuurt nu soms nog een beetje.”

De oud-artistiek manager Harrie Reumkens heeft een stapje terug gedaan ten faveure van het nieuwe duo Smit-Bus. “Natúúrlijk blijft hij actief. Harrie is een boegbeeld. Iemand met een enorm netwerk en veel kennis op sociaal, economisch en politiek vlak. De man is ontzettend belezen en filosofisch. Die is voor het WMC van onschatbare waarde, ook omdat hij binnen het WMC een constante factor was.. Maar we werken nu wel met een andere opzet. Vroeger had je een zakelijk en artistiek directeur, nu werken we meer met een soort van managementteam. Het WMC-bestuur is echter nog steeds hoofdverantwoordelijke. We staan in hun dienst.”

De stadionwedstrijden
Henk Smit is nog maar net aan de bak als artistiek manager. “Wat mijn grootste uitdaging is?”, herhaalt hij de vraag. “Ik denk dat zeker de wedstrijden in het stadion teveel een Nederlands feestje zijn. Dat kwam ook naar voren uit evaluaties met onze stakeholders. Ik zeg niet dat het erg is, maar het doel van het WMC is om een internationaal festival te organiseren. Het is dus zeker een doel om meer internationale deelnemers naar Kerkrade te halen. Daar moet beleid voor komen. Hoe we dat voor elkaar gaan krijgen, dat weet ik nog niet.”

“We denken na over een nieuwe missie en visie. En dat is niet per definitie vernieuwen. Maar we gieten ook geen oude wijn in nieuwe zakken. We beginnen van scratch af aan. En we drukken dus niet alleen maar een resetknop in. Wel kijken of we qua uitstraling met onze tijd mee moeten gaan. Maar we kunnen moeilijk de deelnemende korpsen verplichten om te vernieuwen. Dat moet vanuit de sector zelf komen. En misschien is 2021 wel te vroeg en 2025 niet eens te laat om die nieuwe visie vorm te geven.”

‘De wereld verandert. De showsector ook.’
“Natuurlijk verandert de wereld en dat zie je terug in de showkorpsen- en marchingbandsector. Ik weet nog wat onze rol als WMC moet zijn binnen die veranderingen. Het WMC kan zichzelf een aanjagersrol aanmeten. En we zijn ook een soort laboratorium, waarin zelfs dingen mis mogen gaan. Ik vind in ieder geval wel dat we een platform vormen om gesprek te komen met (potentiele) deelnemers. Ik heb als kernwoorden wel ‘verbinding’, ‘inclusiviteit’ en ‘transparantie’ opgeschreven.”

‘We doen dit voor de sector’
“Ons netwerk is heel belangrijk. Natuurlijk is het WMC een autonome organisatie, maar we hebben iedereen nodig. Ik wil veel in contact zijn met de bands en de media. Er is – zeker in Nederland – altijd veel aandacht voor het WMC. Dat is fijn. Men heeft er blijkbaar toch een soort passie voor. Ik ga echt op zoek naar de verbinding, ook internationaal. Het WMC is niet zozeer een object, maar een subject. Het gaat uiteindelijk om de sector. Om de mensen die hun show- of marsoptreden op het veld neerleggen.”

Alles ligt op tafel
En dus ligt alles op tafel, zodra het nieuwe artistieke duo een nieuwe visie gaat ontwikkelen. “Van de reglementen tot de locaties van het festival en van de opzet van het wedstrijdschema tot de indeling van klasses en divisies. We gaan misschien wel overwegen of we de opmars- en afmarslocatie kunnen omdraaien en of we toch iets van de sfeer van Kaalheide terug kunnen krijgen. Misschien moeten we op sommige wedstrijddagen wel alleen kaarten voor de hoofdtribune verkopen.”

“Maar de internationalisering van het WMC is een belangrijk doel”, zegt Smit. “De mensen in Nederland moeten wel doorhebben dat we een internationaal festival zijn. Dat besef moet echt doordringen. We kijken naar ontwikkelingen in het buitenland. We staren ons niet blind op een organisatie als DCI, maar iedereen weet wat er bijvoorbeeld in de VS op politiek vlak gebeurt. In Thailand hadden ze met Koning Bhumibol iemand die gek was van het muziekspelletje, maar nu is hij overleden en is hij opgevolgd door zijn zoon. Dat kan gevolgen hebben.”

“En natuurlijk is het gewéldig dat het WMC juist in Nederland plaatsvindt”, zegt Smit. “Er is in Kerkrade enorm veel draagvlak voor het WMC, ook door het buitenfestival in de stad. De bestuursleden lopen zich het vuur uit hun sloffen en het is ongelooflijk hoe groot hun netwerk is. Verhuizen we naar een ander stadion, dan ben je dat draagvlak in één klap kwijt.”

Reglementen
De KNMO is op dit moment druk bezig met een wijziging van het show- en marsreglement. “Ik hoor het nu tijdens dit interview”, zegt Henk. “Ik heb er in mijn nieuwe rol inhoudelijk eigenlijk geen mening over. Ze mogen dat natuurlijk doen. Ik ben wel benieuwd naar de ‘why’ (golden circle). Ik ben ook erg nieuwsgierig en sta er positief in. Wij als WMC organiseren onze eigen wedstrijd met een eigen reglement en dat kan lijken op welk reglement dan ook. Ook op het eventuele nieuwe KNMO-reglement. Natuurlijk willen we luisteren naar meningen en het WMC-reglement in 2021 zal lijken op andere nationale en internationale reglementen. Maar we gaan er wel een goed gebakje van maken. En wellicht is er geen enkele prioriteit om het huidige reglement aan te passen.”

Tijdens de editie in 2017 liet artistiek manager Harrie Reumkens nog weten dat sommige bands niet op het WMC thuishoorden. “Ik predik inclusiviteit”, zegt Smit. “Geen exclusiviteit. Je moet heel goed nadenken over hoe we dit invullen. We willen in principe niemand uitsluiten, maar uiteindelijk gaat het in de wedstrijd wel om de cup met de grote oren. Daarin mag gescholden en gehuild worden. Tegelijkertijd wil je aan talentenontwikkeling doen. We denken wel na over een soort festivaldivisie, waarin je ervoor kunt zorgen dat er voor iedereen een plek is op het WMC, ook al strijd je niet mee om de hoofdprijzen. Dat geldt ook voor de verenigingen van buiten de EU die soms een prachtig cultureel – maar kwalitatief minder hoogstaand – schouwspel op de mat leggen. Die wil je écht niet met de laagste score naar huis sturen.”

Verbeterpunten vanuit de sector
De KNMO heeft in de afgelopen maanden naar aanleiding van de vorige editie een lijst van een paar a4-tjes met verbeterpunten opgesteld. “Ik hoorde al dat die onderweg was, maar ik heb die lijst pas begin november gekregen”, zegt Smit. “Er stond ook niks nieuws in. We hebben zelf misschien wel 700 kantjes met verbeterpunten. Voor al die suggesties geldt: kunnen we iets verbeteren, dan doen we dat. Maar het is wel belangrijk om ook te onderzoeken of het een suggestie is dat door een klein deel van het deelnemersveld is ingediend, of dat het ook écht een breed gedragen verbeterpunt is. Het is eigenlijk best bijzonder dat een organisatie als de KNMO een evenement van een andere organisatie gaat evalueren. Dat mag wel, maar we zouden het in de toekomst prettiger vinden om daarbij betrokken te worden. We nemen een open houding aan richting de wereld en zijn benieuwd naar iedereen die een waardevolle bijdrage kan leveren aan het WMC.”

Meer publiek dan 4 en 8 jaar geleden
Een zorgenkindje is de lege tribunes tijdens een groot deel van de wedstrijddagen. “Hoe we die vol krijgen? Had ik die gouden tip maar! Het WMC moet rendabel blijven. Feit is wel dat er bij deze editie meer publiek was dan 4 en 8 jaar geleden. Maar het publiek is vaak oud. Spreekt ons trucje nog wel tot de verbeelding? Moeten we niet een ander publiek gaan aanspreken? Weet je: we kunnen als het WMC de verenigingen niet in een richting duwen. Dat moeten ze echt zelf doen. Wij kunnen geen leden werven voor verenigingen. Waar wij wel naar gaan kijken is of we iets aan de line-up kunnen doen, al dan niet met tussenacts. Of iets met breaks waarbij we het publiek kunnen vermaken. Ik zag laatst de Harmonie van Thorn (Europees Kampioen) met een breakdancegroep. Dat was mooi. Ze maakten echt een verbinding.”

Ook het WMC zoekt verbinding. Iedereen met ideeën kan bij het WMC aankloppen. “De deur heeft in de laatste decennia altijd open gestaan, maar blijkbaar heeft men dat niet altijd zo ervaren. We willen echter wel open en transparant zijn. Waarom moeten al die verbeterpunten van korpsen via een lijst van de KNMO bij ons komen? Stuur ons zelf een mail. Er wordt veel over ons gepraat, maar niet met ons. Je mag elkaar toch gewoon je mening vertellen? We staan ervoor open. Ik wil graag met mensen in gesprek. Overigens is ‘te snelle communicatie’ ook een ontwikkeling in de maatschappij. Een mailtje of tweet is zomaar verstuurd. Vroeger moest je de moeite nemen om een brief te schrijven of iemand op te bellen. Toen dacht men veel beter na over de woorden die men koos.”

Is het KNMO Congres dan niet een mooie plek om die verbinding te zoeken? “Op het laatste congres was het WMC niet welkom. Tijdens het komende congres zit ik zelf in het buitenland. Maar onze boodschap is dat je ons gewoon kunt bellen of mailen. Zo kunnen we ook ruis voorkomen. Vanuit de internationale showkorpsensector is dat overigens wel gebeurd.”

Culturen verbinden
Henk Smit hoopt dat hij samen met het nieuwe team het WMC kan inzetten om culturen te verbinden. Een jeugdkamp is een goede manier om dat te doen. “Muziek is een middel om te verbinden. Sluit maar eens Friese, Amerikaanse en Zuid-Afrikaanse jongeren op in een ruimte. Er ontstaat burgerschap. Ze gaan elkaar leren vanuit hun eigen cultuur.”

“In de evaluatie van de KNMO stond ook een opmerking over het jeugdkamp. We hebben geëvalueerd met de deelnemers en hun mening lagen niet in lijn met de opmerkingen uit het KNMO-rapport. We moeten dus kijken wat we precies gaan veranderen, maar ik zie zeker een toekomst voor het jeugdkamp.”

Pers en media
Het WMC wil in de toekomst ook de banden met de media in stand houden. “Korpsmuziek is voor ons een belangrijke speler, net zoals de andere media die veel aandacht geven aan het WMC. En ik vind het belangrijk dat die media een onafhankelijke rol kunnen blijven spelen. Maar we kunnen nog veel meer doen met het communiceren van profielen van juryleden en deelnemers. Communiceren op een positieve manier. Als WMC willen we ook beter laten zien wat er allemaal achter de schermen gebeurt. Ik moet in Chicago pitchen voor de grote organisatie van marchingbands. Men moet dat zien”, aldus Smit.

WMC 2021
Uiteindelijk heeft het WMC die media ook nodig om te communiceren over het WMC 2021. “Ik vind het in ieder geval ook heel belangrijk om snel en tijdig duidelijkheid te geven over de invulling van het volgende WMC. In juli 2020 moet er duidelijkheid zijn over de afmetingen, de reglementen en het liefst ook het juryteam. We moeten niet afhankelijk zijn van lapmiddelen op het laatste moment.”

Het ultieme WMC
De focus ligt natuurlijk op het eerstvolgende WMC, maar Henk Smit blijft benadrukken dat er nog hard wordt gewerkt aan een visie. “Ik heb nog niet een beeld van het ultieme WMC. We zijn nu bezig met waar we voor staan en waar we voor gaan? Wat is ons bestaansrecht? Kijk, Björn en ik managen een team. Ik heb wel ideeën en meningen, maar we moeten de hele organisatie meekrijgen in een eventuele verandering. En veranderen kan niet altijd van het ene op het andere moment. De wedstrijden in het stadion zijn ook maar een klein onderdeeltje van het hele WMC-festival.”

Identiteit en traditie
Wat voor Smit ook belangrijk is, is dat de sector niet moet blijven hangen in tradities. “Erfgoed is belangrijk, maar we moeten wel mee in ontwikkelingen. Dat betekent niet dat je net zo hard moet gaan rennen over een veld, zoals in DCI. Er is ook nog steeds belangstelling voor militaire taptoes. Veel mensen komen puur voor muziek. Bijvoorbeeld bij Taptoe Groningen kregen de mensen waar voor hun geld. Maar hoe zich dat ontwikkelt? Ik heb geen idee. Ik heb geen glazen bol. Ik weet het echt niet. Maar als WMC willen we wel elk vier jaar een festival organiseren waar bands vanuit de hele wereld elkaar kunnen ontmoeten en tegen elkaar kunnen strijden. Maar vooral waar ze de verbinding kunnen zoeken. En daarin ligt voor mij een fantastische uitdaging.”