Duizenden koren en muziekverenigingen dreigen te verdwijnen als gevolg van de
Coronamaatregelen. De Koninklijke Nederlandse Muziek Organisatie (KNMO) en Koornetwerk Nederland roepen minister van Engelshoven daarom op om het culturele verenigingsleven niet te vergeten. KNMO-voorzitter Bart van Meijl en Koornetwerk-voorzitter Daphne Wassink: ‘Bij onze verenigingen zijn meer dan een miljoen amateurmusici en honderdduizenden vrijwilligers actief. Die hebben niet alleen een culturele waarde maar ook een verbindende maatschappelijke waarde. Juist verenigingen kunnen nu en straks een belangrijke rol spelen om de samenleving weer op te kunnen bouwen. Maar dan moeten ze deze crisis wel overleven.’

Ook tijdens de Coronacrisis is de betrokkenheid van verenigingen groot. Op koningsdag klonk door heel het land het Wilhelmus, tijdens 4 mei het signaal Taptoe, door heel het land zongen Koorleden individueel in tuinen van verzorgingshuizen. Tegelijk staan steeds meer verenigingen onder druk. Sponsor- huur en concertinkomsten vallen bijvoorbeeld weg, terwijl veel kosten wél doorlopen. Wassink: ‘Wij hebben respect voor de inzet van het kabinet om diverse sectoren door deze crisis te helpen. Tegelijkertijd constateren wij ook dat er op verschillende vlakken – van financiële ondersteuning tot communicatie – vrijwel geen aandacht is voor het culturele verenigingsleven.

Bij de cultuurbegroting nam de Tweede Kamer al een motie aan die de minister oproept om te zorgen voor een structurele ondersteuning van het culturele verenigingsleven. Van Meijl ‘Al voor deze crisis heeft een meerderheid van de Tweede Kamer luid en duidelijk uitgesproken dat het culturele verenigingen ook steun vanuit de politiek nodig heeft. Die noodzaak is door deze crisis alleen maar groter geworden. Wij roepen de minister dan ook op om te haast te maken zodat we samen aan de slag kunnen voor een verenigingsleven met toekomst.’

Tegelijk benadrukken de koepelorganisaties dat het niet enkel een kwestie is van geld. ‘Het gaat bijvoorbeeld ook over duidelijke richtlijnen. Want ondanks dat er meer dan een miljoen mensen actief zijn in onze sector is er niet of nauwelijks informatie over welke maatregelen voor culturele verenigingen gelden. Voor deze grote sector is het van groot belang dat er heldere richtlijnen komen hoe we veilig kunnen zingen en musiceren.’