De redactie van KM ontving deze week onderstaande open brief in cc in een email gericht aan het WMC en de KNMO met de vraag aan de redactie deze te publiceren op de website.

Zondag 16 juli was het zover, ik mocht voor de 4de keer deelnemen aan het WMC. Iets wat voor mij persoonlijk misschien wel het allerhoogst haalbaar is. Al 20 jaar lang maak ik met veel plezier muziek, 20 jaar bij hetzelfde korps, je gaat van ze houden kan ik wel zeggen. Juist daarom ben ik de organisatie van het WMC zo dankbaar dat wij weer mee móchten doen, want wat een fantastisch evenement is het toch. Dankbaar ben ik naar de mensen op de tribunes, want zonder die mensen is muziek maken toch een stuk minder leuk. Dankbaar ben ik zeer zeker ook naar jullie, de juryleden die de gehele dag boven in het stadion zitten en al die korpsen beoordelen. Diep respect heb ik daar voor, want ook dat is ongelofelijk hard werken.

De afgelopen twee jaar hebben voor ons als trots Brabants korps voor een heel groot deel in het teken gestaan van het WMC, twee jaar lang keihard werken om hier te kunnen en mógen staan. Twee jaar lang de lat steeds iets hoger proberen te leggen. Twee jaar lang proberen om onze jongste leden, van 11 of 12 jaar oud, en de iets minder jonge leden, oplopend tot in de 60, op het zelfde niveau te laten functioneren. Het niveau ging omhoog, de reacties van het publiek werden steeds enthousiaster en ook, niet geheel onbelangrijk, de punten gingen gestaag omhoog. Punten zijn toch die belangrijke dingen waaraan je uiteindelijk beoordeelt waar je staat. Gaat het de goede kant op of moeten we echt dingen verbeteren? Realistisch kijken naar wat haalbaar is, want ook wij weten echt wel dat we het WMC niet gaan winnen. En dat hoeft ook helemaal niet. En toen vorige week eindelijk het WMC begon, liep de spanning bij mij toch ook behoorlijk op. Uitkijkend naar dat ene moment dat we met ons trotse korps dat stadion inlopen en ik ongeveer 12 minuten lang alles geef wat ik in me heb. De verbazing was bij mij, net als bij vele anderen, ook erg groot toen op zondag de punten binnen kwamen en onze collega’s uit Dokkum maar liefst 12 punten minder hadden dan enkele weken eerder op het ODSC in Assen. Wat? 12 Punten? Ja, ik las het goed. Wat is er gebeurd vroeg ik me af. Met zijn allen tegen elkaar aangelopen? Een complete black-out? Nee, niets van dat alles. Onze collega’s hadden hun beste show ooit gelopen…. Klinkt gek, je beste show ooit lopen en 12 punten minder halen. Zeer benieuwd was ik dan ook naar de uitleg van de jury. Realistisch is het woord dat ik niet snel meer ga vergeten. Er wordt door de jury op het WMC realistisch beoordeelt. Maar wat is dat dan vroeg ik me af. Hebben we met alle korpsen dan al die tijd onrealistische punten gehad. Zijn al die beoordelingen dan eigenlijk nergens op gebaseerd? Ow.. wacht, ik moet de punten op het WMC niet vergelijken met die van andere concoursen. Tenminste, dat werd me verteld in de persconferentie. Maar hoe doe ik dat dan Henk? De punten geven toch juist een idee van waar je staat? Aan de hand van die punten, en de jurycommentaren natuurlijk, stel je toch je doelen? Ik snap het even niet meer.

Laat ik niet vergeten om te zeggen dat ik een echt voorstander ben van verandering, want stilstand is achteruitgang. Respect heb ik dan ook zeker voor deze jury en de gemaakte keuze, want je moet het maar durven. Zeker in de wetenschap dat het veel emoties gaat losmaken. Want emoties die waren er, net na de uitslagen, volop begreep ik wel. Nog 1 week voorbereiden, nog 1 week er alles aan doen. Maar met welk doel? Het puntendoel dat we onszelf gesteld hadden kon de prullenbak wel in. Niemand kon na 1 wedstrijddag zeggen waar we aan toe waren, hoe moesten we deze punten nou zien? Moesten we van ons resultaat in Assen gewoon 12 punten aftrekken en van daaruit een nieuw doel stellen? Nee, dat gaan we zeker niet doen. Ons doel: Onze beste show ooit lopen. Zo ongelooflijk trots zijn als we dat veld afkomen, dat is het doel. En die punten, die boeien totaal niet meer…. dacht ik… Dat dacht ik echt, zeker nadat ik werkelijk mijn allerbeste show ooit gelopen had. Zeker toen we als korps zo blij en emotioneel waren net na onze show bij de uitgang van het stadion. Maar toen rond 16:30 uur de uitslagen kwamen veranderde dat gevoel totaal. Slechts 70 punten. Daar werd zelfs ik even stil van. Blij was ik dat dit, na vorige week, niet totaal als donderslag bij heldere hemel kwam. Maar toch, 70 punten. Dat is niet veel. Sterker nog, het voelt als heel maar dan ook heel erg weinig. Het voelt als onrechtvaardig. Het voelt echt totaal niet goed. Verward ben ik ook. Werkelijk geen idee waar we nu staan. En dat was, zoals ik in de persconferentie hoorde, toch het doel van de deelnemende korpsen. Weten waar we staan. En weet je Henk, boos ben ik ook. Boos ben ik omdat de korpsen vorige week totaal overdonderd zijn. Boos ben ik dat dit besluit, of ik het er nu mee eens ben of niet ik heb er wel begrip voor, niet van te voren is aangekondigd. Boos ben ik dat het plezier in onze sport (want sport is het zeker), bij een aantal leden jong en oud, een knauw heeft gekregen.

In de persconferentie vorige week vertelde jij, of een van je collega’s, dat jullie 3 hele dagen geoefend hebben. Drie hele dagen. Sommige dingen kan je misschien beter niet zeggen. Door drie hele dagen is de showwereld totaal op zijn kop gezet. Door drie hele dagen zijn dromen van de muzikanten ineens verdwenen. De dromen waar soms wel drie hele jaren aan gewerkt is. En soms nog veel langer. Nogmaals, ik heb er echt respect voor dat jullie het aangedurfd hebben om deze keuze te maken. Maar ik hoop echt dat het WMC, door deze beslissing, niet aan internationale allure verliest. Daar ben ik wel een beetje bang voor. Je zou maar een lange vliegreis gemaakt hebben en met 65 punten of minder terug naar huis moeten.

Ondanks alles hoop ik toch dat ik er over 4 jaar weer bij ben. Maar hopelijk, net als dit jaar, niet in het eerste weekend. Want stel je voor dat de jury dan weer zo’n verrassing heeft. Tot over 4 jaar!

Stephan van den Born