Saliem A Bittar vluchtte in 2015 uit Syrië en belandde uiteindelijk in Oostende. Daar wist hij zich goed te integreren. Hij is actief op de arbeidsmarkt en muzikant bij Showkorps WIK Oostende. Wat is zijn verhaal, is hij een rolmodel, maakt onbekend onbemind of hoe moeten wij het zien? Wij zochten hem op en lieten ons verbazen.
Van waar ben je afkomstig Saliem?
Ik ben opgegroeid in Latakia een stad aan de Middellandse zee en was er sinds mijn 13de lid van de scouts. We deden er leuke activiteiten zoals varen en genieten van de natuur. Toen ik 18 jaar was nam ik verantwoordelijkheid als leider.
In 2011 breekt de oorlog uit?
Er waren in de straten van Latakia protesten. Het leven liep verder zijn gang. Op een nacht arriveerde het leger in de stad. Er werd gevuurd op de mensen en er vielen 80 doden! De straten werden onmiddellijk schoon geveegd en ’s anderendaags kon je er niets meer van zien. Toch waren er 80 mensen verdwenen. In een bepaalde wijk hadden alle mensen geprotesteerd. De overheid stuurde oorlogsschepen, tanks en helikopters en bombardeerde de hele wijk. Vanaf dat moment waren er geen protesten meer. Je kon alles doen, behalve spreken over de president.
Bleef je actief lid van de scouts?
Ja, het was ons idee om de nieuwe (aankomende) generatie beter te maken voor als de oorlog voorbij zou zijn. Tijdens de oorlog zijn er bepaalde zaken gebeurd. Wij wilden de jongeren en de jonge meisjes helpen en leuke activiteiten voor hen opzetten. Dat was bijzonder moeilijk door de omstandigheden.
Je speelde ook muziek in de band van de scouts?
Inderdaad, ik bespeelde er de trompet. We speelden er enkel populaire (Syrische) deuntjes. We hebben vaak geprobeerd om andere leuke muziek binnen het korps te brengen maar dat is ons nooit gelukt. De hoofdleider hield dat tegen, hij was een aanhanger van het bewind van president Assad en hield alles stevig in de hand. We kregen ook voedselpakketten van Unicef om uit te delen aan arme gezinnen. Maar de hoofdleider deelde ze ook uit aan aanhangers van het bewind.
Waarom ben je gevlucht naar Europa?
In Syrië geldt er een verplichte legerdienst die sinds de oorlog nog strenger werd gemaakt. Alle mannen van 18 t/m 50 jaar oud, moeten verplicht in het leger. Ik studeerde aan de maritieme academie (de zeevaartschool). De voertaal was Engels. Ik wou graag kapitein worden, mijn studies waren bijna afgerond maar ik kon het vluchten niet meer uitstellen. Want ik wou niet naar het Syrische leger.
Waarom wou je niet in het leger?
Omdat ik dan zou moeten vechten tegen mijn eigen volk en mensen zou moeten vermoorden. Niemand wil dat toch? Het was zeer moeilijk. Op straat werden er om de 200 meter slagbomen geplaatst en controles uitgevoerd. De gegevens op je identiteitskaart werden gecheckt in de computer. Ik had de middelen om te vluchten maar niet iedereen had die.
Hoe verliep de vluchtroute?
Op 3 oktober 2015, ben ik op 19-jarige leeftijd gevlucht naar Libanon. Daarna per boot naar Turkije. In Turkije maakten we met 45 mensen de overtocht naar Griekenland in een bootje van 6,5 meter lang (!) De zee was ruw met golven van 2 meter hoog. De mensen waren bang, ik niet want ik ben een man van de zee. Gelukkig is er niets ergs gebeurd. Daarna begon onze “avontuurlijke” reis. Via Macedonië, Servië, Kroatië naar Slovenië. Onderweg kregen we soms eten van Unicef. Het ergste was Slovenië. Daar werden we 2 dagen opgesloten in kampen waar we geen voedsel kregen en de watervoorraad beperkt was. Gelukkig had ik in Servië eten gekocht. Dat heb ik toen weg gegeven aan de kinderen. In Oostenrijk konden wij voor de eerste keer slapen op een matras.
Toen kwam je aan in Duitsland?
We voelden ons veilig en dachten er aan om daar te blijven. Maar de bevolking was niet zo sympathiek voor ons. Toen we op straat liepen riepen sommigen ons toe, maar we begrepen het niet. Een auto reed ons van dichtbij voorbij en reed in een grote plas. We werden kletsnat.
Uiteindelijk kwam je in België terecht?
Via omzwervingen in Namur en Arlon belandden we in Oostende (juli 2016). Hier voelde ik mij thuis, ik kon de zee ruiken. We kregen een verblijfsvergunning voor 5 jaar. Het was bijzonder moeilijk om een appartement te vinden om te wonen. Ik sprak enkel Arabisch en Engels. Het OCMW gaf mij een lijst met telefoonnummers, maar niemand wou verhuren aan iemand met een leefloon. Uiteindelijk had ik geluk en vond ik een woonst. De huisbaas was een bijzonder lieve man en heeft mij met alles geholpen.
Maar dan sta je daar, je spreekt geen Nederlands?
Ik volgde acht taalcursussen in Oostende. Na acht cursussen was ik nog niet tevreden over de kennis van mijn Nederlands. Ik leerde wel Nederlands op school maar wat ik hoorde op de avondschool was iets helemaal anders. Daarom schreef ik mij in voor twee bijkomende cursussen in Brugge. In het “Huis van het Nederlands” moest ik eerst een test doen. Men stuurde mij onmiddellijk door voor het volgen van een intensieve cursus.
Taal heeft je veel geholpen om te integreren?
Jazeker. Ik kreeg ook de kans om een boottocht (een wedstrijd) te maken van Antwerpen naar Finland met allemaal Nederlandstaligen. (Ik was de enige anderstalige). Het was een prachtig avontuur, we vaarden gedurende één maand met de zeilboot “T/S Rupel”. Mijn woordenschat werd aan een snel tempo uitgebreid!
Bovendien was je bijzonder actief als vrijwilliger?
Er was de samenwerking met het FMDO (Federatie van Mondiale Democratische Organisaties), ik schreef een aantal artikelen voor de Blog. Daar stapte ik in het buddyproject voor nieuwkomers en werkte er samen met Iris (een Vlaamse). Zij hielp mij met heel veel zaken, ik heb er heel veel aan gehad (er verschijnt een brede glimlach op het gezicht van Saliem). Ik deed ook nog mee met de “Boekenambassadeurs” die de Nederlandse taal willen promoten. Iedereen leest een boek en vertelt daarover aan anderen. In de bibliotheek van Oostende koos ik het boek “De oude Man en de Zee” van Ernest Hemingway. Dit boek heeft mijn leven veranderd. Het was een keerpunt, het gaf mij adviezen en leerde mij dat ik nooit moest opgeven. Op een dag komt alles goed. Ik ben een ambassadeur van dit boek, stelt Saliem vol trots. Ik probeer anderen te motiveren om dit boek te lezen want het bevat heel wat filosofie die het leven kan verbeteren.
Bij Samen Divers (een Oostendse organisatie, die projecten opzet met en voor etnisch-culturele minderheden) werkte ik met kinderen. Eigenlijk deed ik dat van zodra ik in Oostende aankwam.
In de Open School (avondschool) hielp ik ook bij de cursus Nederlands voor anderstaligen. Ik praatte er met de andere mensen. Alles uitsluitend in het Nederlands (ik mocht geen Arabisch spreken). Bij Maro (Multiculturele Adviesraad Oostende) werkte ik ook nog samen met kinderen.
Je bent echt wel een bezige bij?
Oh ja, ik doe mijn best he, relativeert Saliem.
En toen werd je ook nog lid van een muziekkorps in Oostende?
Ja, van Showkorps WIK Oostende. Toen ik daar als muzikant begon sprak ik geen enkel Nederlands woord. We praatten Engels onder elkaar. Tegelijkertijd liep ik school voor anderstaligen en ik probeerde zoveel als mogelijk Nederlands te spreken. De repetitie bij WIK verliep uiteraard in het Nederlands. Men sprak er vooral dialect waar ik aanvankelijk niets van verstond. Inmiddels spreek ik zowel Algemeen Nederlands als dialect en kan ik noten lezen. Ik speel gedeeltelijk 3de en 2de trompet. Alles ging beetje per beetje en nu spreken we nooit meer Engels.
Maar het niveau ligt hoger dan in de scoutsband in Syrië?
Inderdaad, bovendien marcheren we en lopen we een heuse show (choreografie). Voor mij is een droom uitgekomen. Reeds in Syrië droomde ik er van dat de band op een dag dit niveau zou halen. Toen had ik geen flauw vermoeden dat ik hier ooit terecht zou komen en lid zou worden van zo’n fantastisch korps.
Hier vond je ook werk?
Ja, bij een groot Japans bedrijf. Ook daar spreken de collega’s enkel en alleen dialect. Zo heb ik het geleerd, ik heb er geen problemen mee.
Hoe zie je de toekomst?
Eigenlijk wil ik hier blijven en toch ook niet. Als het ooit opnieuw helemaal veilig is in Syrië en de president is afgezet, dan ga ik natuurlijk terug naar Syrië. Ik wil er mijn studies aan de academie terug opnemen. Dan wordt ik herenigd met mijn ganse familie. Met mijn ouders en twee zussen (mijn broer is ook gevlucht naar België). Dagelijks heb ik contact met hen via skype en what’s app.
Zelf zie ik weinig mensen van andere origine bij de korpsen in Vlaanderen?
Ja maar niet alle mensen kunnen muziek spelen, relativeert Saliem. Sommigen proberen het maar houden niet vol. Je moet doen wat je leuk vindt en graag doet. Ik denk niet dat religie het probleem is. Als de wil er is dan houdt niets of niemand je tegen. WIK betekent “Willen Is Kunnen”, benadrukt Saliem met klem!
De voorbereiding naar je eerste echte optreden met het korps was intens?
Gedurende één jaar heb ik hard moeten oefenen. En toen kwamen de eerste optredens. De eerste maal liep ik onze show in het sportcentrum van Oostende. Veel volk, spotlichten en heel veel adrenaline. Het was echt de max (!) De hele zaal applaudisseerde voor mij! Ik was trots en voelde mij volwaardig lid van die mooie familie die WIK is.
Familie zeg je?
Er is een grote samenhorigheid in het korps. Iedereen zorgt heel goed voor mij. Als ik iets nodig heb tijdens de repetitie helpt iedereen me. De andere trompetters, de voorzitter, de dirigenten, eigenlijk alle mensen. Ze behandelen me helemaal niet als een vreemdeling of een buitenlander of zo. Ik ben gewoon een volwaardig lid van de groep. Er is echt een mooie sfeer en het zijn allemaal lieve mensen.
Wat zijn de mooiste optredens die je hebt meegemaakt?
De grote taptoes in Hamburg, Frankfurt en Oostende (ITB). Maar ook de VLAMO Showwedstrijden in Wevelgem! In 2018 nam ik voor het eerst deel, … amai toen hadden we echt veel stress. Misschien worden we wel kampioen en misschien ook niet? Maar ik stelde de andere muzikanten gerust en verzekerde hen dat we zeker zouden winnen. Uiteindelijk werden we kampioen! Ik moest wenen en herinner me deze dag nog steeds als een zeer mooie dag.
Is er iets dat je ons nog wil zeggen?
De taal is de sleutel die toegang geeft tot elk land. Als je de taal kent, kan je alles bereiken! Als je de taal niet kent, hoe kan je dan een sociaal netwerk opbouwen? Zonder de kennis van de taal lukt dat toch niet? Verder zou ik tegen de mensen willen zeggen dat ze hun leven niet mogen laten bepalen door religie en dat ze moeten genieten van het leven zoals een gewone mens.
Tot slot
We stellen vast dat we wel heel lang met elkaar hebben gesproken, … de tijd vliegt. Ik neem afscheid van een jonge kerel met veel wilskracht en vooral een brede kijk op de realiteit en het leven. Een hipster met een baard en een dotje, van wie je heel wat kan leren. Want geven doet hij, gul en met veel liefde & positivisme. Dit maakt onze wereld beter, ik ben er rotsvast van overtuigd.
Tekst: Geert Vanmaeckelberghe
foto’s: Geert Vanmaeckelberghe & Tijs Soete